Arbeid, bedrijf en maatschappij

Samenvatting

Arbeid, bedrijf en maatschappij is een zeer leesbare inleiding in de arbeidssociologie. Het behandelt arbeid als een centrale categorie in de maatschappij en in het leven van mensen. Veel mensen gaan fluitend naar hun werk, want werk hebben betekent nuttig bezig zijn en samenwerken met anderen. Hoewel arbeiden plezier verschaft, zijn er in de dagelijkse praktijk echter ook problemen. In het boek komen die uitgebreid aan de orde: arbeidsconflicten, overwerk, werkdruk, stress, burn-out, ziekteverzuim, arbeidsongeschiktheid, werkloosheid. Ook wordt aandacht besteed aan onbetaalde arbeid, zoals huishoudelijk werk en vrijwilligersarbeid, en aan bijzondere categorieën op de arbeidsmarkt: jongeren, vrouwen, ouderen, allochtonen. Begrippen als 'flexwerk', 'employability', 'tweeverdienerseconomie' ...en het cyclische karakter van arbeidsvraagstukken krijgen in de historisch-sociologische context een nieuwe dimensie. Het boek probeert antwoord te geven op de vraag: 'Onder welke voorwaarden zijn mensen bereid de gevraagde arbeidsprestatie te leveren?' Arbeid, bedrijf en maatschappij is nog meer dan voorheen een toegankelijk studie- en werkboek geworden waar studenten zelfstandig mee aan de slag kunnen. Er is veel aandacht voor de didactiek van het vakgebied. In de hoofdstukken zijn tussenvragen en eindvragen opgenomen, die de leerstof toegankelijker maken en de student motiveren tot verwerking van de theorie. Het toevoegen van begrippen en teksten in de marge dragen ertoe bij dat de student zich snel kan oriënteren op de leerstof. Literatuurverwijzingen helpen de student op weg bij verdere verdieping en studie. Allerlei arbeidsvraagstukken worden behandeld die kunnen dienen als onderwerp voor scripties of werkstukken. Zonder afbreuk te doen aan de inhoud zijn bovendien een aantal te moeilijke teksten vereenvoudigd. Arbeid, bedrijf en maatschappij wordt met name gebruikt door studenten in het HSAO, HEO en HGZO. De methode sluit naadloos aan op Grondbeginselen der sociologie van dezelfde auteur, i.s.m. dr. H. de Jager en drs. G. Sipkema.