Protocollaire behandelingen voor kinderen en adolescenten met psychische klachten 1

Samenvatting

Voor dit handboek zijn 21 protocolbeschrijvingen bijeengebracht voor uiteenlopende psychische klachten in de kinder- en jeugdpsychotherapie. Per hoofdstuk beschrijven de auteurs op gestructureerde wijze hoe bepaalde problemen kunnen worden aangepakt, en wat er stapsgewijs moet gebeuren. Sommige protocollen zijn gericht op jonge kinderen (en hun ouders) en gaan over de behandeling van onder meer slaapproblemen, gedragsproblemen, buikpijnklachten of enuresis. Andere protocollen richten zich op kinderen met autisme, obesitas, ADHD, depressie, angsten, tics, dwangklachten en hechtingsproblemen. Verder vindt u in dit boek een reeks protocollen voor adolescenten die kampen met klachten zoals automutilatie, eetstoornissen, verslaving, chronische vermoeidheid, PTSS na eenmalig seksueel geweld en emotieregulatieproblemen. ... Voor wie?Dit boek is bedoeld voor professionals in de ggz en jeugdzorg, zoals orthopedagogen, gz-psychologen, kinder- en jeugdpsychologen, en gedragstherapeuten. Daarnaast is het een nuttig handboek voor studenten in opleiding tot deze beroepen. Verwacht: deel 2Naar verwachting verschijnt in het voorjaar van 2013 deel 2 van deze uitgave, met aandacht voor o.a. anorexia nervosa, depressie bij jongeren, hechtingsstoornissen, EMDR bij traumaverwerking, slaaptraining voor adolescenten, en verlies en rouwverwerking. De beide delen zullen dan ook als set verkrijgbaar zijn. Bent u geïnteresseerd in deel 2? Meld u aan, dan houden wij u op de hoogte. Protocollair werken: effectieve psychotherapeutische behandelingenOnderzoek toont aan dat de klassieke kinder- en jeugdpsychotherapie te weinig aantoonbare effecten heeft, terwijl protocollaire behandelingen voor de jeugd wel effectief blijken. De protocollen in dit boek zijn alle gestandaardiseerd en omvatten uitvoerige richtlijnen voor het opzetten van de behandeling, werkbladen en tips voor de evaluatie van het therapie-effect. Wat dit boek uniek maakt is dat elk protocol geëvalueerd is en aantoonbaar effectief is of op zijn minst veelbelovend. Over de auteur(s):Caroline Braet is hoogleraar Ontwikkelingspsychopathologie aan de Universiteit Gent. Susan Bögels is als hoogleraar Ontwikkelings- en opvoedingsproblemen verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Beiden zijn psychotherapeut, gespecialiseerd in de cognitieve gedragstherapie bij kinderen en hun gezin.